Indien een EGTS een activiteit uitoefent die in strijd is met bepalingen van een lidstaat inzake de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of de openbare zeden, of met het algemeen belang van een lidstaat, kan een bevoegd orgaan van die lidstaat deze activiteit op zijn grondgebied verbieden, of van de onder zijn nationale wetgeving opgerichte leden eisen dat zij zich uit de EGTS terugtrekken, tenzij de EGTS de desbetreffende activiteit staakt.
Dergelijke verboden mogen geen middel tot willekeurige of verkapte beperking van de territoriale samenwerking tussen de leden van een EGTS vormen. Tegen het besluit van dit bevoegde orgaan staat beroep bij de rechter open.